Keurmerk Makkelijk LezenKeurmerk Gewone TaalKenmerken makkelijk lezenTips makkelijk schrijvenOver onsNieuwsBoeken met ML-keurmerkUitgangspunten ML-keurmerk



Het ML- keurmerk voor makkelijk lezen boeken, uitgangspunten

Voor wie?

Het ML keurmerk betekent dat een boek goed leesbaar is. Dat kan zijn voor:

Wij noemen hen voor het gemak: minder goede lezers.

De mensen die het Nederlands niet als eerste taal hebben noemen wij niet apart. Maar ook voor hen kunnen de boeken met het makkelijk lezen keurmerk zeer geschikt zijn.

Wat is het doel?

Het eigenlijke doel van het ML keurmerk is:

Hoe kan dat doel bereikt worden?

Ons uitgangspunt van een makkelijk lezen boek is:

via een technisch eenvoudig boek

Wat zijn de criteria waarop beoordeeld wordt?

Voor de verschillende doelgroepen (kinderen, tieners, volwassenen) gelden dezelfde beoordelingscriteria. Daarbij wordt natuurlijk rekening gehouden met de mogelijkheden van iedere leeftijdsgroep, wat betreft:

Boeken die het ML keurmerk hebben zijn o.a. beoordeeld op:

Minder ervaren lezers moeten vaak aangemoedigd worden een boek te lezen. Dat zal beter gaan als het boek niet te dik is.

Een dik boek dat qua taalgebruik vereenvoudigd is, is voor ons nog geen makkelijk lezen boek. Daarvoor is meer nodig. Een boek dat ‘alleen’ is omgezet in eenvoudige taal zou hooguit in aanmerking komen voor het keurmerk: Gewone Taal.

Een lezer moet ‘gepakt’ worden door het verhaal. Bij een saai verhaal is een minder goede lezer gauw geneigd op te geven. Het omgekeerde komt ook voor: te veel verhaallijnen, te veel personages en/of verspringen in de tijd maken een boek voor minder goede lezers lastig te volgen.

Veel lezers (ook de goede!) hebben moeite met lange zinnen. Dat wil niet zeggen dat alle zinnen zo kort mogelijk moeten zijn, want dat doet weer kinderachtig aan. Afwisseling tussen korte en wat langere zinnen leest het prettigst.

Niet alle lange zinnen zijn lastig te lezen/begrijpen. Zinnen die aan elkaar gekoppeld zijn door de voegwoorden en, want en maar leveren veel minder begripsproblemen op dan zinnen met voegwoorden als hoewel, tenzij, niettegenstaande dat.

Het makkelijkst te begrijpen zijn rechte zinnen: onderwerp-gezegde-rest van de zin. Maar een boek vol rechte zinnen wordt erg saai. Afwisseling is nodig.

Minder goede lezers hebben vaak een minder grote woordenschat dan goede lezers. Daarom letten wij op het gebruik van voornamelijk hoog-frequente woorden. Zo af en toe een moeilijker woord kan best, zeker als de betekenis duidelijk gemaakt wordt in de tekst of een verklarende woordenlijst.

Lange woorden en woorden met een ingewikkelde spelling zijn ook moeilijk te lezen. Daarom letten we erop dat die woorden zo min mogelijk gebruikt worden. Als lange woorden onvermijdelijk zijn, kan een koppel-teken de leesbaarheid vergroten.

Boeken worden meestal geschreven in de onvoltooid verleden tijd (o.v.t.), terwijl in de spreektaal de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) of de voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) veel meer gebruikt wordt. Voor minder goede lezers betekent dit dat zij bepaalde werkwoordsvormen niet kennen, omdat zij die maar weinig (of nooit) gehoord hebben. Denk aan begroef, stal, mat. De v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd) is wat dat betreft weer gewoner: begraven, gestolen, gemeten.

Een bladzijde vol tekst schrikt af. Witregels zijn daarom belangrijk. Ook witruimte boven en onderaan de bladzijden en links en rechts van de tekst leest prettiger (ook om het boek vast te houden).

Daarnaast is de regel- en woordafstand voor minder ervaren lezers belangrijk: iets meer ruimte tussen woorden en zinnen zorgt ervoor dat zij niet zo snel de regel of het woord ‘kwijtraken’.

Voor minder goede lezers is het lettertype waarin zij de meeste ervaring hebben het makkelijkst.

Korte hoofdstukken zijn voor minder goede lezers motiverend. Je hebt een moment om even te stoppen en je hebt het gevoel lekker op te schieten.

Bij informatieve boeken zijn illustraties vaak noodzakelijk. Bij verhalende boeken kunnen plaatjes op een andere manier helpen: boeken met een aantrekkelijk getekende kaft worden veel eerder gekozen dan boeken waarop alleen de titel staat. Ook plaatjes bij de tekst kunnen helpen een verhaal beter te begrijpen of te waarderen.

Verhalen die op een andere plaats spelen of in een andere tijd hebben vaak extra informatie nodig voor de lezer. Een woordenlijst is een goede optie, maar leest niet prettig vanwege het telkens verder en weer terug bladeren. Een mogelijkheid is verklaringen direct bij het uit te leggen woord geven (bijvoorbeeld in de kantlijn). Een andere vorm van informatie kan een voorwoord zijn, of aan het begin van ieder hoofdstuk een korte inhoud.

Site ontwerp: Papermaker Sneek